Michael Potkamp wil op poster
Voor elke voetbalvedette die we kennen zijn er duizenden vedettes in spé druk bezig om de top te halen. Een aantal jongens zullen schitteren in stadions over de hele wereld, de meesten zullen het net niet redden en blijven in de anonimiteit verder voetballen. En dan is er nog een andere groep, die van jongens die uitzicht hebben op profvoetbal maar voorlopig nog de bank warm houden. Michael Potkamp is zo iemand.
De 20 jarige aanvallende middenvelder heeft dit seizoen één keer mogen invallen in het eerste. Wel meteen tijdens de geweldige winstpartij tegen FC Eindhoven op de avond na de gedenkwaardige supportersmars. Bij die invalbeurt is het tot nu toe gebleven ook zit hij bijna elke wedstrijd wel bij de selectie. Bij de beloften staat Michael wel altijd in de basis, iets minder glorieus maar hij mag dan wel lekker voetballen. Wat is het plan van Potkamp?
“Ik wil sterker worden, elke dag kan ik nog beter worden. Bij FC Dordrecht krijg ik de mogelijkheid om te leren van de oudere spelers en die kans grijp ik met beide handen aan”. En dus fietst Michael Potkamp elke dag vanuit Zwijndrecht naar de Krommedijk om zijn droom na te jagen.
Michael wist al jong dat hij later voetballer ging worden. Net zoals zoveel jongetjes van zijn leeftijd. Maar bij hem lag het net iets anders, hij wilde het echt. En als Michael iets wil, dan moet alles wijken. Toen hij nog in de jeugd speelde brak hij een keer zijn enkel. Waar een normaal mens minimaal een maand of drie moet herstellen stond Michael na zes weken alweer op het veld. Hij had een eigen revalidatieprogramma opgesteld, in het kort hield dat in dat hij net zo lang trainde tot hij – letterlijk – moest kotsen.
Dat zou hij nu niet meer zo snel doen, daar krijgt hij de kans ook niet voor. Tegenwoordig wordt hij in de gaten gehouden door een team van fysiotherapeuten die alles, van hartslag tot gewicht, in de gaten houden. “Trainen, beter worden en doorbreken”, dat is het stappenplan van Michael.
Zijn speelminuten krijgt hij bij de beloften van FC Dordrecht, een hele andere wereld. Waar hij bij het eerste als broekie tussen de ervaren voetballers staat, is hij in het tweede één van de leiders. De omgeving is alleen net iets anders, op een paar ouders na komt er bijna niemand kijken. Het maakt hem niet uit: “Met of zonder publiek, ik moet altijd winnen”. Dat geldt voor alle spelletjes overigens, wanneer hij met kaarten of darten verliest loopt hij gerust boos weg. Het is de mentaliteit van een topsporter; pijn is overkomelijk, verlies niet.
Eén keer mocht hij proeven aan de roem van het eerste, met nog vijf minuten op de klok maakte hij zijn debuut in het profvoetbal. “Toen ik klaarstond langs de lijn gierden de zenuwen door mijn lijf, maar zodra ik op het veld stond was het meteen weg”. Die ervaring is meteen zijn motivatie om het vol te houden als bankzitter. Voetballen tussen de echte profs, hij weet dat het zou kunnen en hij weet dat hij het kan.
Vroeger hingen de posters van Robin van Persie en Dirk Kuyt boven zijn bed, nu kijkt hij naar zichzelf voordat hij gaat slapen. Elke wedstrijd, elke training neemt hij door in zijn hoofd. Wat kan hij nog beter doen, waar moet hij nog meer op oefenen? Hij gaat net zolang door tot de posters met zijn beeltenis in alle jongenskamers hangen. Net zo goed worden als Michael Potkamp, dat moet de nieuwe jongensdroom worden.
Tekst: Elisa Kuster
Foto: Proshots